Sport en doping : Een keuze voor gezondheid of prestatie

Wat doet doping met je lijf?

Bron: website van de BOIC      
Auteur : Dr. Jan Verstuyft
Bewerkt door : Ellen Van Caeneghem, student LO DLO Brugge

 

Bij de competitiesport gaat het er om dat de beste en meest verdienstelijke atleet of ploeg tot winnaar wordt gekroond, en dat een rangschikking wordt opgemaakt rekening houdend met de waarde van de deelnemers. Om deze rangschikking correct op te stellen moeten de sporters bepaalde waarden en normen respecteren. Alleen zo kunnen de deelnemers zich met elkaar meten op gelijke voet. Goede resultaten/ prestaties kunnen de atleten enkel behalen als ze hard genoeg trainen voor hun sportdiscipline.

 

 

Doping is het kunstmatig verbeteren van de lichamelijke prestaties van een atleet, die maar in kleine mate het gevolg zijn van hard trainen.

 

Zowel de internationale als de nationale sportorganisaties hebben antidopingregels opgesteld met o.a. een lijst van verboden producten.

 

   Het gebruik van producten uit de dopinglijst is strafbaar. Men houdt wel rekening met de aard van het product. Anabole steroïden en amfetaminen worden zwaarder bestraft dan bijvoorbeeld efedrine. Afhankelijk van de sporttak wordt eenzelfde product op een andere manier gesanctioneerd. Diuretica b.v. wordt strenger bestraft in een sport waar gewichtscategorieën van belang zijn.

 

   Niet alleen de producten die op de lijst voorkomen, maar ook allerlei andere producten die het rendement van de sportbeoefenaar kunstmatig verhogen en zo zijn lichamelijke en geestelijke toestand veranderen worden streng aangepakt.

 

   Verscheidene middelen om het gebruik van dopingpraktijken te verdoezelen zullen steeds zwaar bestraft worden.

 

   Het vergemakkelijken of mogelijk maken van dopingpraktijken, op welke wijze ook, kan bestraft worden.

 

   Het bezit van substanties en middelen die beschouwd kunnen worden als doping is strafbaar tijdens sportmanifestaties of bij de voorbereiding ervan.

 

   Weigeren van, misleiden van of zich verzetten tegen dopingcontroles wordt streng bestraft.

 

 

De term doping is inherent verbonden met de sport. Het kunstmatig streven naar prestatieverbetering is echter niet alleen een sportprobleem. Ook in onze maatschappij is het gebruik van allerlei hulpmiddelen zeer sterk aanwezig. Vitamines gaan bij de apotheker heel gemakkelijk de deur uit, pepdranken overspoelen de uitgangswereld, allerlei soorten kruiden en voedingssupplementen worden om verschillende reden genomen, enz. Bij veel mensen heerst een blind geloof in pillen, spuiten, kruiden,.. terwijl het nut ervan vaak niet bewezen is. Producenten en verkopers spelen hierbij sterk in op de goedgelovigheid en het gebrek aan wilskracht en discipline van de consument. Het is dus logisch dat deze trend zich ook in de sport voordoet.

 

 

Dopingpraktijken zijn verboden omwille van:

 

   het mogelijk oneerlijke voordeel in wedstrijden en het respect voor fairplay

   de nadelige effecten op de eigen gezondheid

   de mogelijke gevaren voor medesporters of tegenstanders

 

Van slechts weinig substanties is het wetenschappelijk bewezen dat ze prestatieverhogend werken. Vele stoffen staan echter op de dopinglijst omdat ze in de sport gedurende een lange tijd en in zeer hoge dosissen gebruikt worden. Ze brengen een gewaand effect teweeg en kunnen de gezondheid ernstig schaden.

Dopinggebruik verhindert een eerlijk wedstrijdverloop. Bij wedstrijden gaat het erom wie de snelste, sterkste,…is. Gebruikt iemand doping om zijn/haar prestaties te verbeteren dan voldoet deze niet aan de regels. Wanneer we ons dan op het niveau van de topsport bevinden met zijn professionele atleten, brengt dit ook nog eens schade toe aan de financiële toestand van de eerlijke sportlui.

Doping brengt tevens de gezondheid van de sporter in gevaar, want geneesmiddelen zijn bedoeld om ziekten te genezen. Hierbij gaat men steeds op zoek naar een duidelijke balans tussen een bewezen nuttig, genezend effect door een aangepaste dosis, tegenover beperkte (maar aanvaardbare) neveneffecten of bijwerkingen.

Een jonge gezonde en goed trainende atleet vertoont geen symptomen van ziekte en heeft dus ook geen nood of behoefte aan medicatie. Zelfs niet wanneer er een arts in de buurt is.

Men gaat er te gemakkelijk vanuit dat topsport en topprestaties niet mogelijk zijn zonder medische hulp. Men denkt dat het gebruik van geneesmiddelen noodzakelijk is om de nadelige effecten van inspanningen weg te werken. In het geval dat er erg kwalijke gevolgen optreden veroorzaakt door een intensieve training, zouden we als arts beter eerst de sport als oorzaak in vraag stellen in plaats van dit uit de weg te gaan en simpelweg een ‘middeltje’ geven die deze gevolgen kan beperken of zelfs volledig wegwerken. Dit is de gemakkelijkste oplossing, maar veelal veruit de beste. Sportbeoefening is geen ziekte die door medicatie verdwijnt of moet behandeld worden.

 

Vermoeidheid bij een sporter wijst erop dat het evenwicht tussen de belasting en de belastbaarheid verstoord is. Hierbij staat de behandelende arts voor 2 keuzes. Ofwel opteert deze voor het belang van een goede gezondheid. Ofwel geeft deze de voorrang aan de topprestaties van de atleet en schrijft hij wat voor om het evenwicht terug te herstellen. Dit geeft de atleet de mogelijkheid om over zijn/haar natuurlijke grenzen te gaan, met de mogelijke (ernstige) gevolgen die zich na enige tijd kunnen voordoen.

 

Mensen kiezen voor sport omdat het gezond is. Een reden te meer dat sportmensen ‘neen’ moeten zeggen tegen doping. Ze dragen een voorbeeldfunctie ten opzichte van de rest van de maatschappij en tegenover hun eigen sportclub. De mensen kijken naar hen op. Het is dus noodzakelijk om een streng dopingbeleid te voeren.

 

 

 

 

Vragen

1.   Wat is het effect van het gebruik van doping?

 

2.   Wordt elk product dat voorkomt op de dopinglijst even zwaar bestraft? Leg uit.

 

3.   Wat betekent inherent volgens jou?

 

4.   Geef 4 voorbeelden van omstandigheden waarbij een sporter streng bestraft kan worden i.v.m. doping?

 

5.   Waarom is doping verboden?

 

6.   Komt het verschijnsel ‘doping’ alleen in de sport voor?

 

7.   Hoe staan mensen ten opzichte van sport en topatleten?

 

8.   Geef je eigen mening over het gebruik van doping.

 

 

Waar of niet waar:

 

9.   Van vele substanties is het bewezen dat ze de prestaties van de atleet niet verbeteren.

 

10.   Het kan geen kwaad als de arts een vermoeide atleet iets voorschrijft om het biologisch evenwicht  terug te herstellen.