Doping in de sport : “De ethische kwestie” 

Bron:     
Auteur :  
Bewerkt door : Julie Schepens, student DLO Brugge
Doel van deze oefening :  

     

Het gebruik van doping of prestatie-bevorderende middelen in de sport bestaat reeds 2000 jaar. De Romeinen , de Grieken en de Egyptenaren maakten reeds gebruik van deze middelen op het slagveld. Sinds 1960 wordt het gebruik van doping illegaal beschouwd. Regelmatig worden dopingcontroles afgenomen, onder de vorm van urine-en bloedtesten, zowel tijdens wedstrijden als tijdens de trainingen. Wie positief wordt bevonden wordt een straf opgelegd of wordt zijn titel ontnomen.

-         Het gebruik van doping schaadt de gezondheid. Het vervalst de sportieve prestaties , resultaten , competities en is in strijd met het sportief gedrag (fair-play). Uiteindelijk tast het gebruik van doping het imago van de sport aan.

-         Dopinggebruik is ook een ethisch probleem. In onze maatschappij zijn er twee belangrijke voorwaarden om succes te behalen , nl. een goede gezondheid en een voorbeeldige hygiëne. Vermits het gebruik van doping onze gezondheid schaadt moet men het verbieden. Juridisch is de inname van het product verboden voor kinderen en adolescenten, maar waar ligt de grens van schadelijkheid voor volwassenen (afhankelijk van persoon tot persoon)?

-         Roken is nadelig voor topsporters. Toch propageren de media- en de reclamewereld- via sportevenementen – producten die de gezondheid schaden zoals de sigarettenreclame bij Formule 1 races.

-         Ondanks het feit dat het IOC voor de topatleten een lijst opgesteld heeft van verboden stimulerende middelen (stimulantia, pijnstillers, androgene/anabole steroiden, diuretica, peptidehormonen) en methoden (bloeddoping), hebben ze toch toegang tot “legale drugs” zoals pijnstillers, analgetica tegen maag- en darmproblemen en pijnstillende injecties tegen kwetsuren. Het gebruik van de twee laatste producten is toegestaan als het gebruik medisch verantwoord is. Hier primeert het competitieve boven de gezondheid, want voor vele professionele sporters is doping een must omdat hun prestaties beloond worden met grote geldsommen. Amateursporters kunnen sommige substanties (caffeine, efedrine) in de apotheek, de supermarkt en de kruidenierszaken verkrijgen.

-         Intensieve competitie schaadt ook de gezondheid van een atleet. Fysisch vergt topsport een wekelijkse prestatie met kwetsuren als gevolg. Om aan de top te blijven ondergaan de atleten een enorme druk op psychologisch vlak (moeten presteren) en op sociaal vlak (asociaal, immoreel). Daarnaast krijgen we het fenomeen van “overtrainen” dat gepaard gaat met vermoeidheid en het minder goed presteren.

-         Het gebruik van drugs is onfair ten opzichte van andere atleten, maar is valsspelen tijdens een wedstrijd dan fair? Ondanks het feit dat er een internationale sportieve wetgeving bestaat met strikte reglementen bestaan er ook onfaire praktijken bij atleten, nl. :  het ontvangen van financiele steun, betere trainingsfaciliteiten en het aanwerven van vakspecialisten (fysiologen, psychologen)

 

Vragen

 

1.     Kan je aan de hand van de tekst een definitie van doping geven?

2.     Waarom moet men doping verbieden?

3.     Bespreek het ethische probleem bij dopinggebruik.

4.     Waar in de tekst spreekt men over hypocrisie in de media-wereld?

5.     Is topsport gezond ? Geef drie nadelen.

6.     Is sporten altijd fair?